Onze ambulances
Vaak wordt bij het woord ‘ambulance’ gedacht aan een gele wagen met loeiende sirenes en blauwe zwaailichten. Echter bestaat ambulancezorg uit veel meer dan spoedvervoer. Wij bieden als ARR daarom verschillende vormen van ambulancezorg aan, om passende zorg te kunnen bieden. Dit wordt ook wel zorgdifferentiatie genoemd. Het type ambulance dat wordt ingezet is afhankelijk van de urgentie die de meldkamer aan de zorgverlening geeft.
Wanneer je een ambulance ziet rijden kan je aan de hand van het nummer op de ambulance herkennen voor welke urgentie de ambulance wordt ingezet. De eerste twee cijfers staan voor de Veiligheidsregio waarbij 17 staat voor de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Het volgende nummer staat voor de zorg waarvoor de ambulance wordt ingezet. In heel Nederland worden hiervoor dezelfde nummers gebruikt. De laatste twee cijfers die zijn ter identificatie van de ambulance.
Hoogcomplexe ambulancezorg
De ALS ambulance wordt ingezet voor spoedzorg en dient gezien de ernst van de melding binnen 15 minuten (A1) of 30 minuten (A2) ter plaatse te zijn. Het is een rijdende eerste hulp en wordt ingezet voor situaties waar dringend medische hulp vereist is. Wij hebben in totaal 66 ALS ambulances. De ALS ambulance wordt bemand door zowel een ambulanceverpleegkundige als ambulancechauffeur.
Rapid Responder
De Rapid Responder (RR) is een acute zorgeenheid (auto of motor) waar een ambulanceverpleegkundige die een speciale opleiding heeft gevolgd alleen op werkt. Een RR kan precies dezelfde hulp bieden als een gewone ambulance. Het enige wat een RR niet kan, is een patiënt vervoeren. Deze vorm van ambulancezorg wordt voornamelijk ingezet om mee te helpen om de piekmomenten op te vangen en wanneer er sprake is van eerste hulp geen vervoer (EHGV). Ook ontlasten we de ALS ambulances door als dichtstbijzijnde reguliere ambulancecapaciteit de paraatheid van het gebied te dekken.
Middencomplexe ambulancezorg
Wanneer een patiënt niet in levensgevaar is, maar wel monitoring en mogelijk medische handelingen nodig heeft tijdens het vervoer wordt deze vorm van ambulancezorg ingezet. Dit wordt ook wel gepland vervoer genoemd. Voorbeelden van medische handelingen zijn bijvoorbeeld het starten van een waakinfuus het maken van een ECG. Op deze ambulance werken een verpleegkundige midden complexe ambulancezorg en chauffeur laag- en midden complexe ambulancezorg.
Special care ambulance
Voor de meest kwetsbare patiënten maken wij gebruik van onze Mobiele Intensive Care Unit (MICU). In deze ambulance krijgt de patiënt dezelfde behandeling en monitoring tijdens het vervoer als op de intensive care. In totaal hebben wij twee MICU's.
Wij beschikken over:
-
MICU = Mobiele Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor volwassenen
-
NICU = Neonatale Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor premature en couveuse baby’s
-
PICU = Pediatrische Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor kinderen
Laagcomplexe ambulancezorg
Deze ambulance wordt ingezet voor de laagcomplexe ambulancezorg. Deze ambulance werd vroeger de ‘zorgambulance’ genoemd. Deze ambulance wordt ingezet wanneer de patiënt stabiel is maar wel monitoring nodig heeft tijdens het vervoer. Op deze ambulance werken een zorgambulancebegeleider of een verpleegkundige laag complexe ambulancezorg en chauffeur laag- en midden complexe ambulancezorg.
Officier van Dienst Geneeskundig
De Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G) geeft tijdens een opgeschaald incident, ramp of crisis leiding aan de medische diensten. Deze functionaris houdt zich niet bezig met het primaire inhoudelijk proces aan de patiënt of slachtoffer, maar is belast met de coördinatie van het incident, de zogenaamde Command en Control. Een OvD-G is een piketfunctie. Tijdens een dienst beschikken zij over een eigen voertuig. De auto is vergelijkbaar met de rapid responder.